Vaak hoor ik de bewering dat enterprise architectuur een ICT feestje is. Dat TOGAF en andere architectuurontwikkelingsraamwerken ICT hulpmiddelen zijn, die voor echte bedrijven niet van toepassing zijn. Ik vind dit een boeiende bewering. Architectuur is veel breder dan ICT alleen, en dat komt het beste tot uiting in de recursiviteit van de enterprise architectuur. Dit Droste effect, waarin de verpleegster op de verpakking van de Droste cacao een blikje met dezelfde afbeelding op een dienblad heeft staan, is representatief voor de manier waarop architecturen met elkaar samenhangen. Ik zal de bewering dat enterprise architectuur alleen ICT raakt weerleggen aan de hand van het MyREFerence architectuurmodel.
De basis voor enterprise architectuur
Een enterprise architectuur is bedoeld om een bedrijf transparant bestuurbaar te maken. Omdat niet alle kennis in een enkel persoon kan worden opgeslagen zie je dat er specialisaties ontstaan die leiden tot een gelaagdheid in de architectuur van een onderneming. Binnen het MyREFerence enterprise architectuur model onderscheiden we 3 lagen:
- Bedrijfsvoering
Dit is de laag waarin de bedrijfsspecifieke activiteiten worden verricht. - Processen
Om de bedrijfsvoering voorspelbaar en controleerbaar te maken wordt de bedrijfsvoering ondersteund door processen. Met die processen worden alle herhaalde handelingen op een dusdanige wijze beschreven dat deze op een identieke wijze door een ander kunnen worden uitgevoerd met hetzelfde resultaat, tegen dezelfde kosten en met gelijke doorlooptijd en inspanning. Over het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen kernprocessen, ondersteunende processen en management processen. - Bedrijfsmiddelen
Uitvoering van processen in de afgelopen industriële en informatierevolutie steeds meer geautomatiseerd. Machines hebben veel fysieke taken overgenomen, computers veel informatieverwerkende taken. De overige taken worden door mensen gedaan.
In elk van die drie lagen is er bovendien een onderscheid tussen dingen doen, dingen goed doen en de goede dingen doen. Op deze wijze ontstaat de volgende kubus:
In de besturing zal beleid vanuit de bedrijfslaag in horizontale richting worden vertaald naar richtlijnen en kaders voor de te leveren producten en de wijze waarop de producten worden geleverd en/of ingezet. In verticale richting geeft het beleid de randvoorwaarden aan processen die op hun beurt richting geven aan de bedrijfsmiddelen. ICT is één van de bedrijfsmiddelen die word ingezet.
De ontwerpers van de proceslaag krijgen vanuit de bedrijfsmiddelenlaag een catalogus aan mogelijke middelen waarmee zij hun processen kunnen inrichten. Die processen zijn overigens niet voor alle bedrijfsonderdelen gelijk: soms heeft een onderneming meerdere, verschillende onderdelen. Zo kan een universiteit bijvoorbeeld worden gezien als een combinatie van een onderwijsbedrijf, een onderzoeksbedrijf en een soort van holdingmaatschappij met ondersteunende functies als staf en personeel. Elke van deze bedrijfsonderdelen heeft eigen processen en dus eigen eisen waaraan moet worden voldaan.
De beslissing over de inrichting van de ICT wordt echter niet in de bovenstaande kubus genomen. ICT heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een dusdanig omvangrijk en divers kennisgebied, dat de inrichting hiervan rechtvaardigt dat hiervoor een aparte enterprise, de ICT afdeling, wordt ingericht. Ook voor deze onderneming geldt dezelfde kubus als architectuurmodel, met dit verschil dat de bedrijfsmiddelen zijn gespitst in een functionele laag en een laag die capaciteit beschikbaar stelt.
Hierdoor ontstaat binnen de kubus een nieuwe kubus. Het best kan dit worden geïllustreerd door te kijken naar het besturingsvlak, opgespannen door verantwoordelijkheid (responsibility) en focus, van beide kubussen:
De nieuwe kubus bevindt zich in de tactische en operationele kolom. Dit is logisch: de ICT bepaalt immers niet de visie en het beleid van de volledige onderneming. De enterprise architecten van de onderneming hebben dan ook een andere scope dan de enterprise architecten binnen de ICT afdeling. De eersten bepalen het beleid van de volledige onderneming, de laatsten vertalen het beleid, de kaders en richtlijnen waaraan de ICT moet voldoen naar ICT beleid, kaders en richtlijnen die voor de inrichting van de ICT dienen te worden toegepast.
Op deze wijze wordt ook duidelijk dat de verschillende enterprise architecten – die binnen de onderneming en die binnen de ICT afdeling – elk hun eigen, maar verschillende rol hebben. Ze zullen intensief moeten samenwerken om de volledige onderneming tot een succes te maken. Ieder binnen zijn eigen vakgebied.
Hiermee lijkt de recursiviteit afgelopen, maar niets is minder waar. De ICT afdeling koopt hard- en software in bij haar leveranciers. Elk van deze leveranciers heeft een eigen kubus zoals hierboven afgebeeld, naar alle waarschijnlijkheid ondersteund door eigen ICT, waarmee de hele verhaal opnieuw begint.
Het kan zijn dat de ICT een aanjager van het denken over enterprise architecturen is. ICT is dusdanig complex dat er een overkoepelend ontwerp, een architectuur, nodig is om ook op de lange termijn grip te houden op het geheel. Maar zie ICT dan als een voorloper van het denken over enterprise architectuur, en beperk het denken over enterprise architectuur niet tot ICT. Enterprise architectuur geeft inzicht op een manier die ook voor de rest van de onderneming veel toegevoegde waarde kan hebben.